IJs-koud en ijspret?
Is het nu erg koud aan boord?
’s Morgens word ik wakker met de zon in mijn ogen. Kom baas Olga, schiet maar op, want ik wil naar buiten… Eerst aankleden, dan de jas aan, dan de schoenen aan, dan ook nog een sjaal aan, en een muts op…. en ja hoor ook nog handschoenen! Nee, ik niet… allemaal voor baasje Olga…
Maar eindelijk gaat mijn riem aan en de deur open!… en dan vriest mijn neus zowat van mijn snoet…
Al enkele dagen vriest het stevig ’s nachts en nu klimmen de temperaturen ook overdag niet boven nul. Dat is dus zeker koud!
Gelukkig heb ik een lange vacht. Die houdt me lekker warm. En die koude neus? Dan moet ik gewoon wat harder rennen om op te warmen. De zon schijnt volop. Op de plekken waar de wind niet komt, is het best lekker weer. Gezond weer, hoor ik zeggen, maar daar heb ik geen verstand van.
Of het nu erg koud is aan boord, vraag je?
Zeker niet! Zowat overal staan van die witte kasten. In de zomer zijn die gewoon koud, maar nu komt daar veel warmte af. Ik ga daar zeker niet in de buurt liggen, want dan ga ik zweten. Radiatoren zijn dat, net zoals in veel huizen. Ze zijn aangesloten op een mazoutketel, ook zoals in veel gewone huizen.
En de rest is ook juist zoals thuis: draai maar aan de knop en het wordt warmer. Met mijn poten lukt dat natuurlijk niet. Maar de baasjes zorgen zo dat het overdag een aangename „kamertemperatuur“ blijft. ’s Nachts mag het wat minder, om goed te kunnen slapen. Heel goed geregeld!
Bij het ombouwen van het vrachtschip naar hotelschip hebben de baasjes ook alles goed geïsoleerd. Dat heeft mijn voorganger Boef goed kunnen zien. Tussen de stalen huid (dat is de buitenkant van het schip) en de houten binnenbekleding gingen dikke pakken isolatie. Baasje Olga kreeg daar letterlijk de kriebels van. Gelukkig kreeg baasje Maurits het wel voor elkaar.
Ook alle ramen zijn voorzien van dubbel glas en houden de koude buiten. Dat is zeker goed geregeld!
Is dan alles hetzelfde zoals in een gewoon huis, vraag je? Nee eigenlijk niet! Er zit zo’n meter van mijn boothuis onder water. Zolang het water geen ijs is, is de temperatuur daar dus boven nul en warmer dan boven land. We hebben dus minder brandstof nodig om het binnen lekker warm te maken!
Maar als het lang vriest, komt er wél ijs. Zoals nu! Vanmorgen zag ik een dun laagje drijfijs. Zelfs de eendjes zakken erdoor. Het is zeker niet dik. Vooral ’s nachts en in het weekend kan zich een mooi laagje ijs vormen in de haven. Eigenlijk is het een doodlopende arm en in de winter zijn er geen jachten die de haven in- of uitvaren. Op dat stilstaande water kan er gemakkelijker ijs ontstaan.
Zodra er op de Schelde vrachtschepen passeren, zorgt de stroming voor de menging van al het water en verdwijnt het ijs hier meestal snel.
Kan het ijs dan nooit een probleem zijn voor mijn huis-boot? Toch wel! Eerst is er dat drijfijs, dat langzaam dikker wordt. Zeker als het overdag niet meer dooit en de zon zich achter de wolken verschuilt. Door de beweging van het water schuren die ijs pakketten tegen de huid (weet je het nog?) van de boot. Dat ijs is messcherp en schraapt de verf van de romp. Dat moet dus worden bijgewerkt als het schip de volgende keer naar de werf gaat. Anders kan het staal daar natuurlijk gaan roesten en dat willen we niet!
Mocht het ijs toch zo dik worden dat je erop kan lopen, dan moeten al de schippers aan het werk. IJs zet uit als het bevriest en neemt dus meer plaats in dan water. Daardoor worden de boten in het water ofwel naar boven geduwd, ofwel wordt de romp platter geduwd. Welk van de 2 er gaat gebeuren, hangt af van de vorm van de romp. En ja, naar boven duwen is OK, maar plat drukken wil natuurlijk niemand. Want vergis je niet: ijs is veel sterker dan ik!
Dan moeten de schippers zorgen dat het ijs rondom het schip gebroken wordt en niet meer tegen de romp kan drukken! Spannend hé? Het zal hier zo’n vaart niet lopen, want in de 20 jaar sinds „De 4 Vaargetijden“ is omgebouwd tot hotelschip, is het ijs nooit dikker geweest dan drijfijs.
Het is wel gek om dat ijs te horen zingen. Ja, dat doet het echt! De eerste keer kon ik mijn oren niet geloven: het ijs pingelt terwijl het breekt en ondertussen grolt het al schurend tegen de romp. Als je dan binnen bent, is dat een mysterieus geluid.
Zou er een Elfstedentocht komen op natuurijs? De ijs koorts slaat toch toe in het noorden van Nederland: de scheepvaart is ondertussen stilgelegd, om het ijs zo goed mogelijk te laten groeien. Het is daar toch enkele graden kouder dan hier in Oudenaarde. En deze week zijn de weersvoorspellingen erg koud…
Maar het is toch ook eind februari. De zon schijnt al enkele uren langer dan in januari. Ook de wind speelt een beetje vals: die zorgt wel voor ons koude gevoel, maar mengt het water ook en maakt wakken. de vogels zijn daar natuurlijk heel blij mee, maar de schaatsers niet.
Zou dat leuk zijn om te schaatsen? Ik heb al wel over ijs gelopen. Mijn poten gingen alle kanten op, heel raar. Het was spiegelglad en ik kon niet stoppen. Baasje Olga stond er gewoon bij te lachen…. sindsdien test ik toch eerst of die plas water is of ijs. Drinken gaat ook heel moeilijk. Soms lukt het door er flink op te stampen. Ja dat heeft baasje Olga me geleerd, maar nu kan ik het ook zelf.
Bestaan er eigenlijk hondenschaatsen? In de sneeuw heb ik al wel hondenschoenen aan gehad. Dat voelt eerst heel belachelijk aan. Ik sta dan op 4 poten te dansen om die gekke dingen uit te krijgen. Maar sneeuw is zo leuk dat ik het snel vergeet. Met die schoenen kan ik gewoon rennen zonder ijs tussen mijn tenen te krijgen. Die schoenen zijn dus wel OK.
Maar schaatsen? Later deze week zou het ijs dik genoeg worden op de ondiepe plassen. Dan kan de schaatspret beginnen.
Ga jij dan op de schaatsen? Baasje Olga moet maar eens googlen op „hondenschaatsen“…!
Tot de volgende keer!